Zomerfestivals

 

Het weer begint echt mooi en zomers te worden. Tijd om vooral buiten te genieten van eten, drinken, film en muziek. Deze behoefte van jou en mij uit zich in de stijging van het aantal zomerfestivals. Festival Atlas 2016 op 29 mei 2017 uitgegeven door HVA toont ons dat de stijging van festivals zich voordoet in alle type festivals en in alle provincies. Als er niet al een festival in de buurt is dan is er wel iemand die er een gaat organiseren. De jurisprudentie van de afgelopen jaren laat echter zien dat het organiseren van een festival makkelijker is gezegd dan gedaan.

 

Als organisator van een festival zijn er twee belangrijke vergunningen die jij nodig zult kunnen hebben. Een evenementenvergunning en een omgevingsvergunning. De eerste wordt door de burgemeester [1] verleend de tweede door het college van B&W[2].

Bij de verlening van een evenementenvergunning en van een omgevingsvergunning wordt aan verschillende normen getoetst. Daar waar bij de verlening van de evenementenvergunning vooral gelet zal worden op orde en veiligheid gaat het bij de omgevingsvergunning om een goede ruimtelijke ordening. Hoe past het evenement in zijn ruimtelijke omgeving?

 

De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak over Amsterdam Open Air van 1 juli 2015 ECLI:NL:RVS:2015:2028 biedt een helder voorbeeld van de samenhang van deze vergunningen.

In die uitspraak overwoog de Afdeling Bestuursrechtspraak dat de evenementen-vergunning niet zonder meer diende te worden geweigerd om de reden dat het evenement in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. De APV[3] voorziet weliswaar in een bevoegdheid tot weigering van de vergunning maar louter ruimtelijke belangen kunnen niet aan verlening van de evenementenvergunning in de weg staan oordeelde de rechter. Gezien de plaats van de toepasselijke artikelen van de APV, met het opschrift “Orde en veiligheid”, kon een evenementenvergunning slechts in verband met het belang van orde en veiligheid worden geweigerd. Gelet op het kader van de belangenafweging die de burgemeester ingevolge de APV dient te maken voor de evenementenvergunning is niet bepalend of een omgevingsvergunning kan worden verleend.

 

Omgevingsvergunning – Amsterdam Open Air

De rechtbank oordeelde in de – tweede – uitspraak over Amsterdam Open Air van 1 juli 2015, ECLI:RVS:2015:2026 dat het gebruik van de gronden met de bestemming “Recreatiegebied” bedoeld zijn voor licht recreatief gebruik. Dit evenement, gelet op de impact op de omgeving, gezien de hoeveelheid bezoekers en de geluidsniveaus, gaat die bedoeling te buiten.De hoger beroepsrechter is het met dit oordeel eens. Aangezien het gebruik afwijkt van de bestemming dient een omgevingsvergunning te worden verleend. Deze was niet verleend en zelfs niet aangevraagd.

 

Handhaving – Amsterdam Open Air

Wij leren hier uit dat ook al heb je de medewerking van de gemeente voor jouw evenement zal jij toch ook zelf kritisch dienen te zijn op de verstrekte informatie en kennis dienen te dragen van je eigen verantwoordelijkheden naar derden, zoals omwonenden.

Als de vergunningen namelijk niet op orde zijn, kunnen bijvoorbeeld omwonenden om handhaving verzoeken.

 

Immers in de tweede uitspraak over Amsterdam Open Air 2013 stond vast dat de vereiste omgevingsvergunning niet was verleend. “ … Dit brengt mee dat het dagelijks bestuur bevoegd was ter zake handhavend op te treden. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren, dit te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisering bestaat. [ …]

Het enkele bestaan van de bevoegdheid een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan te verlenen is onvoldoende om concreet zicht op legalisering aan te nemen (…). Dit geldt evenzeer voor de enkele bereidheid van het dagelijks bestuur om van deze bevoegdheid gebruik te maken. Er had ten minste een begin met de procedure om verlening van een omgevingsvergunning moeten zijn gemaakt. Vaststaat dat dit ten tijde van belang niet het geval was. “

 

Kort gezegd. Er moet dus ook daadwerkelijk een aanvraag voor een omgevings-vergunning liggen voordat er sprake kan zijn van zicht op legalisering om de situatie op orde te brengen.

 

(Proces)Belang – Solar / Kwaku Festival

In de uitspraak van de rechtbank over het festival Solar wordt nog even duidelijk uiteengezet dat ook bij reeds gehouden festivals omwonenden nog belang kunnen hebben bij een uitspraak van de rechter.

De rechtbank overwoog op dat punt dat, hoewel het festival waarvoor in 2015 vergunningen zijn verleend al is gehouden en deze vergunningen zijn uitgewerkt, eisers belang hebben bij een oordeel over de rechtmatigheid van die vergunningen omdat jaarlijks vergunningen worden verleend voor een festival op deze plaats en in deze omvang, waarvoor dit oordeel in de toekomst, zoals bij de verlening van de vergunningen voor Solar 2017, van betekenis kan zijn.

 

Bij succesvolle festivals waarna tussen betrokkenen een vete ontstaat kan een van de partijen met lege handen achterblijven. Zoals in het geval van Kwaku Family.

 

De burgemeester van Amsterdam heeft de aanvraag van de stichting Kwaku Family in oprichting[4] (hierna: de stichting) om een evenementenvergunning voor het Zomerfestival 2013 afgewezen. Volgens Kwaku Family heeft zij een verschoonbare reden voor het feit dat zij nog steeds in oprichting is. Kwaku Family geeft daarvoor de volgende verklaring. Het bedrijf dat de evenementenvergunning voor het Zomerfestival 2013 wel heeft gekregen, heeft haar bedrijfsnaam gekaapt en maakt daar sindsdien onrechtmatig gebruik van. De burgemeester heeft dat toegestaan. Zolang dat niet in rechtspraak is rechtgezet, kan zij niet worden opgericht. Voorts lijdt zij hierdoor schade. Daarbij komt dat haar de eigendom van het Zomerfestival toekomt en de evenementenvergunning niet aan een ander bedrijf had mogen worden verleend, aldus Kwaku Family.

Op grond van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 23 april 2014 in zaak nr. 201302419/1/A3), is de hoedanigheid van belanghebbende in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb niet voorbehouden aan natuurlijke personen en rechtspersonen, maar kunnen ook andere entiteiten als belanghebbende worden aangemerkt. Gelet op de woorden “degene wiens”, opgenomen in dat artikellid, wordt aan deze andere entiteiten de eis gesteld dat zij herkenbaar zijn in het rechtsverkeer.

Niet in geschil is dat Kwaku Family geen statuten heeft vastgesteld en niet in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is ingeschreven. Zij is aldus niet opgericht. Voorts heeft zij noch in het beroepschrift en hogerberoepschrift, noch desgevraagd ter zitting bij de voorzieningenrechter duidelijk gemaakt waaruit haar feitelijke werkzaamheden thans bestaan. Niet is gebleken dat Kwaku Family een entiteit is die herkenbaar is in het rechtsverkeer. Volgens de hoogste bestuursrechter heeft de rechtbank terecht overwogen dat Kwaku Family geen belanghebbende is bij het in bezwaar bestreden besluit in de zin van artikel 1:2 van de Awb.

Het heeft voor mij iets tegenstrijdigs dat een geadresseerde van een besluit, in dit geval notabene de aanvrager van het besluit, niet als belanghebbende bij het besluit zou kunnen worden beschouwd. Ik ben benieuwd of de hoogste bestuursrechter in vergelijkbare gevallen weer een zelfde oordeel zal geven.

 

[1] Op grond van artikel 174, derde lid, van de Gemeentewet is de burgemeester bevoegd een evenementenvergunning te verlenen. Deze bevoegdheid is nader uitgewerkt in de APV.

[2] Art. 2.4, lid 1 Wabo

[3] Algemeen Plaatselijke Verordening

[4] Het komt in de praktijk – naar analogie van de voor de NV en BV geldende bepaling – voor dat voordat de stichting formeel is opgericht reeds rechtshandelingen worden verricht in naam van een op te richten rechtspersoon.